Richtlijnen
De richtlijnen zijn gegroepeerd naar onderwerp. Het begint met het bepalen van de plek waar je omgevingsdocument over gaat, het regelingsgebied (A). Daarna volgen richtlijnen over hoe je van de juridische regels aangeeft waar ze gelden (B). Vervolgens komt de betekenis van die regels aan bod door met een activiteit (C) en/of een gebiedsaanwijzing (D) te werken. Wat verder onderdaan de pagina gaat het over omgevingsnormen en omgevingswaarden (E). De richtlijnen voor thema’s (F) worden wel genoemd, maar zijn in dit document nog niet uitgewerkt, die volgen in een volgende versie.
Bij de inleidingen van de afzonderlijke onderdelen (A t/m F) van de Annotatierichtlijn wordt ook kort de context van de richtlijn met de standaard aangegeven.
De onderwerpen van de richtlijnen zijn:
A. Regelingsgebied en ambtsgebied
B. Werkingsgebied juridisch vastleggen
C. Activiteiten
D. Gebieden aanwijzen
E. Normen stellen
F. Thema’s toevoegen
Je kan hier de voorbeelden bekijken:
A. Regelingsgebied en ambtsgebied
In het eerste onderdeel van deze Annotatierichtlijn geef je de locatie van je omgevingsdocument aan: het Regelingsgebied, vaak het Ambtsgebied.
In de standaard wordt het als volgt omschreven:
Het Regelingsgebied verwijst naar een Locatie die de buitengrens van de optelling van alle Locaties vormt. Het heeft zelf geen verdere kenmerken. Een Ambtsgebied is een specifieke vorm van een Locatie die zijn begrenzing uit de Bestuurlijke grenzen voorziening haalt en heeft een Noemer.
Om een omgevingsdocument in ‘Regels op de kaart’ te kunnen tonen, moet je de Locatie aangeven waar dat hele omgevingsdocument betrekking op heeft. Je zorgt daarmee dat de juiste plek op de kaart aan je omgevingsdocument wordt gekoppeld. Oftewel: je bepaalt het Regelingsgebied. Vaak is dat het Ambtsgebied maar niet altijd. Hieronder geven we aan waar je op moet letten.
Bijbehorende richtlijnen
Richtlijn 1: Geef het regelingsgebied aan
B. Werkingsgebied juridisch vastleggen
Met onderdeel A van deze Annotatierichtlijn heb je met het Regelingsgebied in feite een bepaalde plek voor je omgevingsdocument in ‘Regels op de kaart’ aangewezen. Deze locatie zelf heeft geen betekenis. Het geeft alleen het ‘waar’ van je omgevingsdocument aan. Datzelfde moet je nu doen bij onderdeel B van deze richtlijn maar dan voor specifieke regels in je omgevingsdocument.
In de standaard is het als volgt omschreven:
Het Werkingsgebied is de som van alle Locaties die gelden in een Regel ofwel artikel of lid. De Locaties hebben een Noemer.
Per artikel of lid geef je de Locatie aan waar een Regeltekst geldt. Je geeft zo het Werkingsgebied aan.
Een gebruiker kan dan met één klik op de kaart zien welke regels op die plek gelden. Ook kan een gebruiker in de tekst zien op welke plek de regel geldt.
Bijbehorende richtlijnen
Richtlijn 4: Benoem het werkingsgebied eenduidig
Richtlijn 5: Locatienaam zonder 'functie', 'werkingsgebied' of 'locatie'
C. Activiteiten
Met onderdeel A en B van deze Annotatierichtlijn heb je de plek op de kaart aangewezen waar regels gelden. Bij A ging het over de regeling als geheel. Bij B over een specifiek onderdeel: een artikel of lid.
Bij onderdeel C van de Annotatierichtlijn ga je aan de regels de bijbehorende Activiteit koppelen en een plek.
In de standaard staat het als volgt omschreven:
Een Juridische Regel kan één of meer Activiteiten hebben. De Activiteit heeft een Naam en een Groep. Ook kent de Activiteit in combinatie met een Activiteitregelkwalificatie een relatie met een Locatie. De Groep is een classificatie en geeft de Locatie een specifiek symbool (kleur, arcering) op de kaart.
Met het annoteren van Activiteiten zorg je dat de relevante regels te vinden zijn, onder andere in ‘Regels op de kaart’. De gebruikers kunnen dan activiteiten en regels filteren waarna ze getoond worden op de kaart.
Door Activiteiten te annoteren zorg je dat je kunt voldoen aan de verplichtingen uit het Omgevingsbesluit (artikel 14.2, lid 1 en 3). Gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk zijn namelijk verplicht om informatie beschikbaar te stellen die nodig is om in het Omgevingsloket een formulier, inclusief indieningsvereisten, te maken. Het gaat dan om het aanleveren van toepasbare regels. Met toepasbare regels zorg je voor formulieren voor vergunningaanvragen en meldingen. Ook kunnen vergunningchecks opgesteld worden.
Deze toepasbare regels kun je uitsluitend aan het Omgevingsloket aanleveren als ze gekoppeld zijn aan Activiteiten, dus als ze op de juiste manier geannoteerd zijn in een omgevingsdocument.
Het haakje voor toepasbare regels ontstaat als de geannoteerde Activiteit wordt aangeleverd aan de Registratie Toepasbare Regels (RTR). In de RTR wordt met alle aangeleverde Activiteiten de functionele structuur opgebouwd. Bovenaan vind je de tophaak. Daar kan ieder bevoegd gezag zijn eigen Activiteiten aan ophangen.
Onderaan de hiërarchie van de functionele structuur zijn de Activiteiten te vinden waarvoor je toepasbare regels kunt maken. Als dat gewenst is kun je tussen de tophaak en de onderste laag in de hiërarchie ook nog extra niveaus aanbrengen. Dat doe je door Bovenliggende Activiteiten toe te voegen.
Meer over de Registratie Toepasbare Regels en de functionele structuur vind je op de IPLO website.
Bijbehorende richtlijnen
Activiteiten vastleggen
Richtlijn 6: Annoteer alleen Activiteit bij regels over die activiteit
Richtlijn 7: Extra activiteit toevoegen vanwege toepasbare regels
Richtlijn 8: Definieer soms groter juridisch werkingsgebied
Richtlijn 9: Geen ‘Activiteit’ bij omgevingswaarde- en instructieregels
Richtlijn 10: Tophaak is 'sleutel’ voor toepasbare regels
Richtlijn 11: Annoteer alleen wat in tekst staat
Richtlijn 12: Let op juridisch risico bij opsommingen
Richtlijn 13: Zorg voor duidelijkheid viewer én toepasbare regels
Richtlijn 14: Juridische strekking bepaalt regelkwalificatie van activiteit
Naamgeving van activiteiten
Richtlijn 15: Maak naam van activiteit kernachtig én passend
Richtlijn 16: Naam activiteit = zelfstandig naamwoord + werkwoord
Richtlijn 17: Uitzondering: locatie soms noemen in naam activiteit
Richtlijn 18: Eenduidig gebruik hoofdletters en kleine letters
Richtlijn 19: Naamgeving tophaak-Activiteit van hoofdregeling
Richtlijn 20: Naamgeving tophaak-Activiteit voor tijdelijk regelingdeel
Richtlijn 21: Naam locatie(s) van activiteit overal gelijk
Hiërarchie van activiteiten
Richtlijn 22: Activiteit met toepasbare regels staat onderaan
Richtlijn 23: Extra niveau aan Activiteit hiërarchie toevoegen
Verwijderen van activiteiten
Richtlijn 24: Verwijder tophaak-Activiteit niet
Richtlijn 25: Stem af met toepasbare regels bij verwijderen activiteit
D. Gebieden aanwijzen
Met onderdeel A t/m C van de Annotatierichtlijn heb je het Regelingsgebied bepaald en de Werkingsgebieden van artikelen (en leden) juridisch vastgelegd en aangegeven waar welke regels over Activiteiten gaan.
Bij onderdeel D van de Annotatierichtlijn geef je met de annotatie Gebiedsaanwijzing de typering van gebieden aan waar specifieke regels gelden.
In de standaard is het als volgt omschreven:
Een Juridische Regel kan één of meer Gebiedsaanwijzingen hebben. Een Gebiedsaanwijzing kent een Naam, een Type en een Groep. Het Type en de Groep zijn classificaties. Groep geeft de Locatie een specifiek symbool (kleur, arcering) op de kaart.
Met Gebiedsaanwijzingen geef je een plek betekenis. Op die manier wordt je gebied zichtbaar op de kaart en in de legenda. Ook wordt in het kenmerkenscherm duidelijk om welk type gebied het gaat. Het wordt bijvoorbeeld een stiltegebied of een woongebied.
Er zijn twee redenen om Gebiedsaanwijzingen te gebruiken:
- Je begrenst een gebied vanuit een wettelijke verplichting.
- Je wilt gebiedstypen (ook) op de kaart zichtbaar maken.
Een gebruiker krijgt met Gebiedsaanwijzingen zowel visueel als inhoudelijk de informatie over de regels van dat type gebied. Bij ‘Regels op de kaart’ wordt zichtbaar in welk gebied een specifieke regel geldt. Bij één klik in de kaart in zo’n gebied worden alle artikelen getoond die met die Gebiedsaanwijzing zijn geannoteerd.
Bijbehorende richtlijnen
Richtlijn 26: Gebiedsaanwijzing voor verplicht te begrenzen gebied
Richtlijn 27: Annoteer gebiedsaanwijzing waar van toepassing
Richtlijn 28: Type gebiedsaanwijzing passend bij motief regel
Richtlijn 29: Naam van gebiedsaanwijzing overal gelijk
Richtlijn 30: Naam gebiedsaanwijzing zonder ‘functie’, ‘locatie’ of ‘gebiedsaanwijzing’
E. Normen stellen
Bij onderdeel E koppel je Omgevingsnormen en Omgevingswaarden aan de kaart waarbij de waarden per locatie kunnen verschillen. Hoe dat werkt wordt uitgelegd bij dit onderdeel.
In de standaard is dit als volgt omgeschreven:
Een Juridische Regel kan één of meer Omgevingsnormen of Omgevingswaarden hebben. Een Omgevingsnorm of Omgevingswaarde kent een Naam, een Type met een Eenheid en een Groep. De Groep is een classificatie en geeft de Locatie een symbool (kleur, arcering) op de kaart. Type en Eenheid hebben betrekking op het kenmerk Normwaarde dat erbij hoort. De Normwaarde kent de specifieke waarde toe aan een specifieke Locatie.
Omgevingsnormen lijken zeker technisch erg op Omgevingswaarden maar ze zijn juridisch zeer verschillend. Omgevingsnormen zijn normen over de fysieke leefomgeving waar eenieder zich aan moet houden. Voor elke norm zijn één of meer kwantitatieve of kwalitatieve waarden gesteld, die per locatie kunnen verschillen.
Omgevingswaarden leggen voor de fysieke leefomgeving de gewenste staat of kwaliteit, de toelaatbare belasting door activiteiten en/of de toelaatbare concentratie of depositie van stoffen als beleidsdoel vast. Het gaat hier dus om waarden die door het bevoegd gezag worden nagestreefd. Ook hier is sprake van kwantitatieve of kwalitatieve waarden die per locatie kunnen verschillen. Omgevingswaarde gebruik je alleen voor een regel over een omgevingswaarde zoals die bedoeld is in afdeling 2.3 van de Omgevingswet.
In de TPOD’s voor omgevingsdocumenten staat uitgebreid beschreven wat bedoeld wordt met Omgevingswaarden en Omgevingsnormen. Zie bijvoorbeeld TPOD Omgevingsplan 7.7 en 7.8.
Bijbehorende richtlijnen
Richtlijn 31: Gebruik omgevingsnorm of omgevingswaarde
Richtlijn 32: Waarde in regeltekst
Richtlijn 33: Naam omgevingsnorm of omgevingswaarde overal gelijk
Richtlijn 34: Eenheid van waarde niet in de naam
Richtlijn 35: Geen gezamenlijke waarde voor meerdere vlakken
Richtlijn 36: Voorkom overlap bij omgevingsnorm of omgevingswaarde
F. Thema’s toevoegen
Bij onderdeel F ga je thema’s toevoegen.
In de standaard is dit als volgt omschreven:
Een Thema is een kenmerk van de Juridische Regel. Je kunt meerdere Thema's als kenmerk meegeven.
Dit onderdeel is in de Annotatierichtlijn nog niet meegenomen en volgt in een volgende versie. Een nieuwe versie van de waardelijst thema is wel vastgesteld: Nieuwe versies van Waardelijsten IMOW en TPOD’s | Wegwijzer TPOD.