Gebieden aanwijzen

Richtlijn 28: Type gebiedsaanwijzing passend bij motief regel

 

Doen

  • Kies bij het annoteren met Gebiedsaanwijzing het type dat past bij het motief voor het stellen van de regel
  • Kies bij het annoteren van het omgevingsplan (en van voorbereidingsbesluiten en projectbesluiten die het omgevingsplan wijzigen) met Gebiedsaanwijzing bij voorkeur uit de volgende typen:
    • Functie
    • Beperkingengebied
    • Bouw
  • Kies bij het annoteren van de waterschapsverordening met Gebiedsaanwijzing bij voorkeur het type Water en watersysteem

 

Voorbeelden bij deze richtlijn:

Voorbeeld P

 

Toelichting

Zorg dat het type Gebiedsaanwijzing aansluit op het doel van de regel die voor dat gebied geldt.

In het omgevingsplan worden regels gesteld over activiteiten met gevolgen voor de fysieke leefomgeving (die je annoteert met Activiteit en regels die nodig zijn voor een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. De functie is het gebruiksdoel of de bijzondere eigenschap van een onderdeel van de fysieke leefomgeving. De toedeling van een functie is dus een belangrijk motief voor het aanwijzen van gebieden en het stellen van een groot deel van de regels in het omgevingsplan. Daarnaast zullen in het omgevingsplan regels staan over de situering van bouwwerken. In enkele gevallen zijn er ook regels over (activiteiten in) beperkingengebieden: gebieden waar regels gelden over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor een werk of object in dat gebied.

Gebruik daarom voor de Gebiedsaanwijzing bij een omgevingsplan bij voorkeur de typen FunctieBeperkingengebied of Bouw en niet de thematische typen Gebiedsaanwijzing zoals Erfgoed of Leiding. Dat geldt ook voor het tijdelijk regelingdeel van een voorbereidingsbesluit of projectbesluit dat een omgevingsplan wijzigt. Hieronder worden die drie keuzes voor een omgevingsplan toegelicht:

  • Functie: dit type gebruik je als het motief van de regel is de evenwichtige toedeling van functies aan locaties.
  • Beperkingengebied: dit type gebruik je bij regels die gericht zijn op de beperkingengebieden zoals ze zijn beschreven in de Omgevingswet: gebieden waar regels gelden over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor een in dat gebied aanwezig werk of object. Om te zien welke beperkingengebieden dat zijn kijk je naar de waardelijst Beperkingengebiedgroep. Zie ook Bijlage 1 Aan te wijzen en te begrenzen gebieden, voor de wettelijk aan te wijzen gebieden waarvoor het type Beperkingengebied gebruikt moet worden. Gebruik dit type niet voor gebieden waarvoor andere beperkingen gelden, zoals een explosieaandachtsgebied, een bebouwingscontour houtkap of een gebied met archeologische verwachtingswaarde. In die gevallen gebruik je het type Functie.
  • Bouw: dit type gebruik je als de regels gaan over de situering van bouwwerken die met bouwvlakken of rooilijnen op de kaart zijn vastgelegd.

Bij een waterschapsverordening gebruik je bij voorkeur het type Water en watersysteem
Binnen dit type zijn veel specifieke groepen beschikbaar die gericht zijn op de inhoud van waterschapsverordeningen.

Kies de meest passende Gebiedsaanwijzing en annoteer bij een regel hetzelfde gebied niet met twee Gebiedsaanwijzingen van verschillende typen, bij voorbeeld omdat je niet goed kunt kiezen. Het type is de meest kenmerkende aanduiding van een gebied.

De verschillende typen Gebiedsaanwijzing staan uitgebreid toegelicht in de verschillende TPOD’s.

Gebieden aanwijzen

Updates per e-mail ontvangen?