Locatie

In de omgevingswet speelt locatie een grote rol. Naast afbakening van gebieden voor beleid of regelgeving is het ook een zoekingang voor initiatiefnemers.

Het OW-object Locatie geeft aan waar een Juridische regel of Tekstdeel en de domeinspecifieke annotaties Activiteit, Omgevingswaarde, Omgevingsnorm, de verschillende typen Gebiedsaanwijzing en de bijbehorende waarden van toepassing zijn. De optelling van alle Locaties van alle Juridische regels in een Regeltekst vormt het werkingsgebied van de Regeltekst; de optelling van alle Locaties van alle Tekstdelen in een Divisie of Divisietekst vormt het werkingsgebied van de Divisie of Divisietekst. Locatie wordt altijd vastgelegd in een GIO.

Locatie heeft zes verschijningsvormen: Gebied, Gebiedengroep, Lijn, Lijnengroep, Punt en Puntengroep. Optioneel kan de hoogteligging van het Gebied, de Lijn of de Punt worden vastgelegd. Toegestane geometrieën bij een Gebied zijn Vlak en Multivlak. Bij Multivlak worden meerdere Vlakken samengevoegd tot één onlosmakelijk geheel. Wanneer slechts een onderdeel gewijzigd moet worden, leidt dat toch tot een wijziging van het hele Multivlak. Een andere manier van groepering is het samenvoegen van twee of meer Gebieden, Lijnen of Punten tot een Gebiedengroep, Lijnengroep respectievelijk Puntengroep. Op deze manier is het mogelijk om één van de Gebieden van een Gebiedengroep, één van de Lijnen van een Lijnengroep of één van de Punten van een Puntengroep te wijzigen. Punt is noodzakelijk voor het als omgevingswaarde vaststellen van geluidproductieplafonds; die hebben de vorm van een puntlocatie. Voor het overige is het aan te bevelen om Punt en Lijn als Geometrie zoveel mogelijk te vermijden omdat bij raadplegen in een viewer een punt en een lijn lastig te vinden zijn.

Locaties kunnen onbeperkt gestapeld worden, dat wil zeggen dat Locaties elkaar geheel of gedeeltelijk kunnen overlappen. Dat geldt zowel voor Locaties met eenzelfde annotatie oftewel OW-object als voor Locaties met verschillende annotaties c.q. OW-objecten. Het is dus mogelijk om op exact dezelfde plek bijvoorbeeld de Locaties van verschillende Juridische regels of Tekstdelen, van een aantal Activiteiten, van een Omgevingswaarde, van een aantal Omgevingsnormen en diverse typen Gebiedsaanwijzing neer te leggen. Ook kunnen die Locaties elkaar gedeeltelijk overlappen. De navolgende figuren laten daarvan voorbeelden zien. De figuren laten mogelijke toepassingen in het omgevingsplan zien, maar zijn bedoeld om generiek voor omgevingsdocumenten het principe te illustreren.

Gedeeltelijke stapeling van locaties

Gedeeltelijke stapeling van Locaties van hetzelfde OW-object: de Locaties van 3 verschillende Gebiedsaanwijzingen van het type Functie die gedeeltelijk op dezelfde plek liggen.

Volledige stapeling van locaties

Volledige stapeling van locaties van hetzelfde OW-object: de Locaties van 3 verschillende Gebiedsaanwijzingen van het type Functie die op precies dezelfde plek liggen .

Gedeeltelijke stapeling van locaties verschillende OW objecten

Gedeeltelijke stapeling van Locaties van verschillende OW-objecten: de locaties van Omgevingswaarde, Functie en Activiteit die gedeeltelijk op dezelfde plek liggen.

Volledige stapeling van locaties verschillende OW objecten

Volledige stapeling van Locaties van verschillende OW-objecten: de Locaties van Omgevingswaarde, Functie en Activiteit die precies op dezelfde plek liggen.

 

Werkingsgebied

In de praktijk bestaat het werkingsgebied van een Regeltekst niet altijd uit één aaneengesloten gebied, maar vaak uit meerdere gebieden en soms ook uit punten of lijnen. IMOW gebruikt voor de afzonderlijke onderdelen van het werkingsgebied van een Regeltekst het object Locatie, dat de coördinaten bevat die het gebied begrenzen. Het werkingsgebied van de Regeltekst bestaat dus uit de optelling van alle Locaties van de Juridische regels die samen de Regeltekst vormen. Uit het juridisch systeem volgt dat van iedere Regeltekst duidelijk moet zijn waar deze geldt. Iedere Regeltekst heeft daarom een werkingsgebied en dus ook één of meer Locaties.

IMOW kent het werkingsgebied in de vorm van de relatie tussen de Regeltekst en de Locatie(s) van die Regeltekst, of, als de Regeltekst uit meerdere Juridische regels bestaat, alle Locaties van de Juridische regels in de Regeltekst. IMOW noemt de relatie tussen Regeltekst en Locatie(s) werkingsgebied. Deze relatie wordt door LVBB en in DSO-LV afgeleid, het bevoegd gezag hoeft geen afzonderlijke geometrie voor het werkingsgebied aan te leveren.

In een Juridische regel kan de term werkingsgebied gebruikt worden als term om aan te geven dat in die regel een gebied wordt vastgelegd waar die regel zijn werking heeft. Voorbeelden zijn: “Ter plaatse van het werkingsgebied ‘Stiltegebied’ is het verboden om een toestel te gebruiken dat het ervaren van de natuurlijke geluiden kan verstoren.” “Ter plaatse van het werkingsgebied van de omgevingswaarde ‘Duurzame energie’ wordt ernaar gestreefd om in 2025 18 hectare zonnepanelen gerealiseerd te hebben.”

Locatie komt ook voor in het Lichaam van de Regeling van omgevingsdocumenten met Vrijetekststructuur. Het wordt gebruikt om het gebied vast te leggen waarover een Tekstdeel gaat. Net als bij de Regeltekst wordt de optelling van alle Locaties van de Tekstdelen die samen de Divisie of de Divisietekst vormen werkingsgebied genoemd. Ook hier geldt dat de relatie door LVBB en in DSO-LV wordt afgeleid en het bevoegd gezag geen afzonderlijke geometrie voor het werkingsgebied hoeft aan te leveren. Anders dan bij Juridische regel is het niet verplicht om aan ieder Tekstdeel een Locatie te koppelen.

Onderstaand figuur laat een voorbeeld zien: een artikel uit een omgevingsdocument met Artikelstructuur respectievelijk een Divisie of Divisietekst uit een omgevingsdocument met Vrijetekststructuur heeft drie Locaties die samen het werkingsgebied van dat artikel of Tekstdeel vormen.

 

3locaties1werkingsgebied

Drie locaties die 1 werkingsgebied vormen.

Ook uit de tekst van Juridische regel of Tekstdeel moet duidelijk blijken welke Locatie erbij hoort. Daarom wordt in de tekst een verwijzing opgenomen naar de Locatie. Dit is een mensleesbare term of frase waarmee de Locatie wordt aangeduid, waaruit een lezer kan begrijpen waar de Locatie betrekking op heeft. In het object Locatie wordt de tekstuele verwijzing in de vorm van het attribuut noemer vastgelegd. Voorbeelden van de tekstuele verwijzingen (cursief weergegeven) zijn: “Ter plaatse van het werkingsgebied ‘Stiltegebied’ is het verboden om een toestel te gebruiken dat het ervaren van de natuurlijke geluiden kan verstoren.” “Ter plaatse van het werkingsgebied van de omgevingswaarde ‘Duurzame energie’ wordt ernaar gestreefd om in 2025 18 hectare zonnepanelen gerealiseerd te hebben.”

Met het OW-objecttype Locatie wordt de begrenzing vastgelegd van het gebied waarover een Juridische regel of een Tekstdeel gaat. Het kan wenselijk zijn om in een Juridische regel of een Tekstdeel een onderdeel van zo’n gebied in woorden te beschrijven, bijvoorbeeld met een geografische of vergelijkbare term (in het Stadspark, op de Veluwe, in ieder hoekpand), zonder de begrenzing van zo’n gebied of gebieden vast te leggen. LVBB en DSO-LV kunnen de ligging van zo’n in woorden beschreven gebied niet afleiden en ook niet tonen. Zij weten immers niet waar het Stadspark is of waar de hoekpanden zijn. Bij zo’n Juridische regel of Tekstdeel worden in zo’n geval de Locaties getoond die het werkingsgebied vormen van de Regeltekst of de Divisie of Divisietekst waarin die Juridische regel of dat Tekstdeel voorkomt. Het wordt dan aan de lezer overgelaten om te interpreteren waar de regel wel en niet werking heeft.

In IMOW wordt Locatie niet alleen gekoppeld aan de Juridische regel of het Tekstdeel, maar ook aan de domeinspecifieke objecttypen Activiteit (via ActiviteitLocatieaanduiding), Omgevingswaarde, Omgevingsnorm en de verschillende typen Gebiedsaanwijzing. Met Locatie wordt vastgelegd waar de domeinspecifieke objecttypen van toepassing zijn. 

Vastleggen van Locatie met geografisch informatieobject

In regelingen kan informatie worden vastgelegd die niet op een begrijpelijke manier in tekst te beschrijven is. De geometrische begrenzing van Locatie is daar een voorbeeld van; gedacht kan ook worden aan een geluidsfragment. STOP gebruikt het informatieobject als bedoeld in Aanwijzing 3.50 van de Aanwijzingen voor de regelgeving (waarin de voorwaarden staan waar verwijzingen naar informatie op internet aan moeten voldoen) om dergelijke informatie op een juridisch juiste manier vast te leggen en er vanuit de tekst van een besluit naar te verwijzen. Een informatieobject dat de geometrische begrenzing van een of meer Locaties vastlegt wordt een geografisch informatieobject genoemd. (Zoals al eerder gemeld wordt de term geografisch informatieobject afgekort tot GIO.) Feitelijk is een GIO een GML-bestand met een of meer Locaties, voorzien van metadata conform de STOP-specificatie voor een GIO. Een informatieobject is een opzichzelfstaand object voor het opslaan en via internet ontsluiten van de niet op een begrijpelijke manier in tekst te beschrijven informatie.

In de tekst van de Regeling moet met een tekstuele aanduiding worden verwezen naar het GIO. Daardoor wordt de inhoud ervan onderdeel van besluit en regeling. Voor die tekstuele aanduiding wordt de naam van het GIO gebruikt, die hetzelfde zal zijn als de noemer van de Locatie. Met deze tekstuele aanduiding van GIO en Locatie kan een lezer begrijpen op welke locatie de tekst betrekking heeft. De systematiek waarmee informatieobjecten machineleesbaar worden vastgelegd en de manier waarop in de Regeling naar het informatieobject wordt verwezen zorgen ervoor dat:

  • de informatie permanent via de verwijzing is terug te vinden;
  • de informatie met algemeen beschikbare software op een voor de mens begrijpelijke manier gepresenteerd kan worden;
  • de onveranderlijkheid van het informatieobject voldoende is gewaarborgd.

STOP bevat de eisen waaraan een GIO moet voldoen. Deze eisen zorgen voor de borging van de juridische bestendigheid van de GIO’s.

Het informatieobject is geen onderdeel van of bijlage bij de tekst van de Regeling, maar is een zelfstandige entiteit. Het wordt tegelijk met het besluit in het publicatieblad van het betreffende bevoegd gezag op officielebekendmakingen.nl gepubliceerd. Door in de tekst van de Regeling naar het informatieobject te verwijzen krijgt het informatieobject juridische status.

Voor de bekendmaking van omgevingsdocumenten is het verplicht om de Locatie of Locaties die het werkingsgebied van Juridische regel of Tekstdeel vormen, vast te leggen in een GIO. Een uitzondering daarop is een regel die geldt voor het hele ambtsgebied van het bevoegd gezag: in dat geval wordt de Locatie, oftewel het ambtsgebied, niet vastgelegd met een GIO. Zie hiervoor verder paragraaf 7.4.5

Het in de tekst van omgevingsdocumenten juridisch juist verwijzen naar het GIO gebeurt als volgt:

  • In de tekst van het STOP-element (Artikel, Lid of Divisietekst) wordt de tekstuele aanduiding van Locatie en GIO opgenomen.
  • De Locatie wordt vastgelegd in een GIO.
  • In het OW-Locatie-object wordt de tekstuele aanduiding opgenomen in de vorm van de noemer.
  • In de bijlage Informatieobjecten wordt de tekstuele aanduiding oftewel de naam van het GIO opgenomen op een manier vergelijkbaar met een begrip en zijn definitie: bij wijze van definitie komt achter de tekstuele aanduiding de volledige identificatie van het GIO.

De constructie met een tekstuele aanduiding in de lopende tekst waarna in de bijlage de aanduiding wordt gekoppeld aan de volledige identificatie van het GIO zorgt ervoor dat de lopende tekst goed leesbaar blijft, maar dat tevens de unieke identificatie van het GIO, waarmee de inhoud van het GIO altijd te vinden is, leesbaar in het besluit en de regeling te vinden is.

Onderstaand figuur laat een voorbeeld van deze verwijzing zien in een Juridische regel; Het figuur daaronder laat een voorbeeld zien van deze verwijzing in een Tekstdeel:

 

Informatieobjecten artikelstructuur

Tekstuele aanduiding en informatieobject in omgevingsdocument met Artikelstructuur

GioNoemerBijlageVrijetekst

Tekstuele aanduiding en informatieobject in omgevingsdocument met Vrijetekststructuur

Het is mogelijk om een GIO in meerdere omgevingsdocumenten te gebruiken. In het omgevingsdocument wordt immers verwezen naar (de identificatie van) het GIO. Dat maakt het ook mogelijk om te verwijzen naar een GIO van het eigen bevoegd gezag dat voor een ander omgevingsdocument is gecreëerd of naar een GIO behorend bij een omgevingsdocument van een ander bevoegd gezag. Een eerste voorwaarde is uiteraard dat het GIO voldoet aan de in STOP vastgelegde eisen aan een GIO.

Er zitten juridische gevolgen en dus ook juridische risico’s aan het verwijzen naar een GIO in een ander omgevingsdocument. Wanneer het GIO in het andere omgevingsdocument wordt gewijzigd, wijzigt ook het werkingsgebied van de regel of de beleidstekst in het omgevingsdocument dat ernaar verwijst. Dat gebeurt dan zonder dat het betreffende bevoegd gezag een besluit heeft genomen over de wijziging in het verwijzende omgevingsdocument. Daarnaast zijn er veel andere onzekerheden over het verwijzen naar GIO’s die horen bij een ander omgevingsdocument: hoe houd je wijzigingen in de gaten, wat betekent dit voor de ‘informatiehuishouding’ binnen het eigen bevoegd gezag? Daarom wordt geadviseerd om vooralsnog geen gebruik te maken van deze verwijsmogelijkheid. In plaats van te verwijzen naar een GIO in een ander omgevingsdocument kan de betreffende geometrie worden overgenomen in een eigen GIO.

Regelingsgebied

Het regelingsgebied legt machineleesbaar vast waar de volledige regeling of besluit van toepassing is.

Het regelingsgebied bestaat uit één Locatie die de buitengrens van de optelling van alle locaties vormt. Wanneer het Regelingsgebied niet één aaneengesloten geheel vormt, kan de Locatie uiteraard bestaan uit de samenvoeging van twee of meer gebieden tot een gebiedengroep. De buitengrenzen van deze gebieden vormen dan een buitengrens (een object) en dus ook het regelingsgebied. Aan de hand van het regelingsgebied samen met de STOP-metadata die over de regeling aangeeft van welk bevoegd gezag de regeling is (‘Eindverantwoordelijke’) en het type omgevingsdocument (‘Soort regeling’) kan het DSO-LV bepalen welke regelingen op welke gebieden van toepassing zijn.

Het bevoegd gezag dient eenmalig per regeling het regelingsgebied aan te leveren. In veel gevallen zal het regelingsgebied samenvallen met het grondgebied van het bevoegd gezag, bijvoorbeeld bij omgevingsverordening, waterschapsverordening, omgevingsplan en omgevingsvisie. Bij een projectbesluit en programma zal dat anders zijn. Voor het omgevingsplan en de waterschapsverordening zal het regelingsgebied samen met de bruidsschat door het Rijk worden aangeleverd en hoeven gemeente respectievelijk waterschap dat niet zelf te doen.

Locatie in Artikelteksten en Vrijtekst

De manier waarop je omgaat met Locatie verschilt per tekststructuur. Onder Voorbeelden is beschreven

Updates per e-mail ontvangen?