Artikelstructuur

De kern van een omgevingsdocument bestaat uit een lichaam met een aantal tekstelementen. 

De elementen van de STOP-tekststructuren zijn onder te verdelen in structuurelementen, elementen met inhoud en de inhoud zelf. 

Structuurelementen zijn elementen die de tekst structureren maar zelf geen inhoud bevatten. In de Artikelstructuur zijn dat de elementen Hoofdstuk, Titel, Afdeling, Paragraaf, Subparagraaf en Subsubparagraaf.   

Elementen met inhoud zijn die elementen die inhoud bevatten maar niet zelf inhoud zijn. In de Artikelstructuur zijn dat de elementen Artikel en Lid. 

De inhoud zelf is dat wat in Artikel of Lid staat. Voorbeelden van de vorm die de inhoud kan aannemen zijn Alinea, Tabel en Figuur. In de navolgende tekst gebruiken we ‘tekstelement’ als term voor de drie elementsoorten tezamen. 

De opmaak van de tekst, waaronder die van de Koppen, wordt bepaald door de applicaties die de tekst tonen: officielebekendmakingen.nl, de regelingenbanken op overheid.nl en DSO-LV. De toepassingsprofielen bevatten daarom geen voorschriften over de opmaak van de elementen en hun Koppen. Ten behoeve van de mensleesbare tekst in het proces van opstellen van en besluitvorming over het omgevingsdocument, voorafgaand aan de bekendmaking en consolidatie, kan de plansoftware -door leverancier of bevoegd gezag te bepalen- opmaak aan de tekst toevoegen. 

Regels artikelstructuur

Om regels vast te leggen wordt gebruik gemaakt van de artikelstructuur. De artikelstructuur kent een vaste opmaak die consolideren, het samenvoegen van verschillende besluiten tot één voor de lezer begrijpelijke tekst, mogelijk maakt. Hier is echter wel een vaste opbouw voor nodig. Voor de indeling van het Lichaam van de Regeling met artikel structuur gelden de volgende regels:

  1. Boek en Deel mogen niet gebruikt worden.
  2. Hoofdstuk en Artikel komen altijd voor.
  3. Als er behoefte is om in een Hoofdstuk Artikelen te groeperen wordt Afdeling gebruikt.
  4. In hoofdstukken waarin een onderverdeling in Afdelingen niet volstaat (bijvoorbeeld vanwege de omvang van het hoofdstuk of de verscheidenheid aan onderwerpen in het hoofdstuk) wordt Paragraaf gebruikt; dit tekstonderdeel komt tussen Afdeling en Artikel.
  5. Een volgende onderverdeling ontstaat door Subparagraaf te gebruiken; dit tekstelement komt tussen Paragraaf en Artikel.
  6. Bij behoefte aan nog verder gaande onderverdeling wordt Subsubparagraaf gebruikt; dit tekstelement komt tussen Subparagraaf en Artikel.
  7. Als er behoefte is om in een Hoofdstuk Afdelingen te groeperen kan Titel worden gebruikt; dit tekstelement komt dan tussen Hoofdstuk en Afdeling. 
  8. Een tekstelement mag slechts één lagerliggend type tekstelement bevatten.
  9. Artikelen kunnen worden onderverdeeld in Leden.
  10. Leden kunnen niet worden onderverdeeld in Subleden.
  11. Concrete tekst kan alleen voorkomen onder Artikel en Lid: de Inhoud. Wanneer een Artikel is onderverdeeld in Leden bevatten alleen de Leden Inhoud; het Artikel zelf brengt in dat geval structuur aan en kent zelf geen tekst oftewel Inhoud.
  12. Het element Inhoud bevat ten minste één van de inhoud-elementen Alinea, Begrippenlijst, Figuur, Formule, Groep, Lijst en Tabel; deze kunnen alleen voorkomen onder Artikel en Lid. Het is niet toegestaan om het element Tussenkop te gebruiken.
  13. Onder ieder structuurelement en onder Artikel kan het element Gereserveerd worden geplaatst: leeg STOP-element waarmee bij weergave op overheid.nl en in DSO-LV de tekst ‘Gereserveerd’ wordt gegenereerd.
  14. Onder ieder structuurelement en onder Artikel kan het element Vervallen worden geplaatst: leeg STOP-element waarmee bij weergave op overheid.nl en in DSO-LV de tekst ‘Vervallen’ wordt gegenereerd. Geeft aan dat het element de status ‘vervallen’ heeft; het is niet langer juridisch geldig en heeft geen inhoud meer.
  15. Het element Redactioneel is niet toegestaan.
  16. Voet- en eindnoten zijn niet toegestaan.

Voor tekstelementen in het Lichaam van de Regeling van omgevingsdocumenten met Artikelstructuur gelden de regels uit onderstaande tabel. Daarbij geldt dat een tekstelement uit de kolom ‘Type tekstelement’ slechts één type tekstelement van de in de kolom ‘Mag bevatten’ genoemde typen tekstelementen mag bevatten.

Tabel Regels tekstelementen in het Lichaam van de Regeling van omgevingsdocumenten met Artikelstructuur
Type tekstelementAantalMag voorkomen onderMag bevattenMag niet bevatten
Hoofdstuk1..nLichaamTitel, Afdeling, Artikel, element Gereserveerd, element VervallenHoofdstuk, Paragraaf, Subparagraaf, Subsubparagraaf, Inhoud
Titel0..nHoofdstukAfdeling, element Gereserveerd, element VervallenTitel, Hoofdstuk, Paragraaf, Subparagraaf, Subsubparagraaf, Artikel, Inhoud
Afdeling0..nHoofdstuk, TitelParagraaf, Artikel, element Gereserveerd, element VervallenHoofdstuk, Titel, Afdeling, Subparagraaf, Subsubparagraaf, Inhoud
Paragraaf0..nAfdelingSubparagraaf, Artikel, element Gereserveerd, element VervallenHoofdstuk, Titel, Afdeling, Paragraaf, Inhoud
Subparagraaf0..nParagraaf

Subsubparagraaf, Artikel,

element Gereserveerd, element Vervallen

Hoofdstuk, Titel, Afdeling, Paragraaf, Subparagraaf, Inhoud
Subsubparagraaf0..nSubparagraafArtikel, element Gereserveerd, element VervallenHoofdstuk, Titel, Afdeling, Paragraaf, Subparagraaf, Subsubparagraaf, Inhoud
Artikel1..nHoofdstuk, Afdeling, Paragraaf, Subparagraaf, SubsubparagraafLid, Inhoud, element Gereserveerd, element Vervallen

Hoofdstuk, Titel, Afdeling, Paragraaf, Subparagraaf, Subsubparagraaf, Artikel

Inhoud, in het geval het Artikel is onderverdeeld in Leden

Lid0..nArtikelInhoudHoofdstuk, Titel, Afdeling, Paragraaf, Artikel, Subparagraaf, Subsubparagraaf, Artikel, Lid, element Gereserveerd, element Vervallen
Inhoud: Alinea1..nArtikel, Lid-Hoofdstuk, Titel, Afdeling, Paragraaf, Artikel, Subparagraaf, Subsubparagraaf, Artikel, Lid, element Gereserveerd, element Vervallen
Inhoud: Begrippenlijst, Figuur, Formule, Groep, Lijst en Tabel; element Tussenkop is niet toegestaan0..nArtikel, Lid-Hoofdstuk, Titel, Afdeling, Paragraaf, Artikel, Subparagraaf, Subsubparagraaf, Artikel, Lid, element Gereserveerd, element Vervallen

 

Regeltekst en juridische regel

Om annoteren mogelijk te maken in omgevingsdocumenten met een artikelstructuur is het nodig het object regeltekst te gebruiken. Met behulp van regeltekst kan een cluster bij elkaar horende regels vastgesteld kunnen worden.

Regeltekst is de kleinste zelfstandige eenheid van (een of meer) bij elkaar horende juridische regels: een artikel en lid. Een regeltekst bevat altijd ten minste één Juridische regel. Een artikel is altijd een regeltekst. Indien het artikel leden bevat, dan zijn de leden óók regeltekst. De structuurelementen zijn geen onderdeel van de regeltekst en kunnen niet geannoteerd worden. 

Tot slot is er de juridische regel. Dit is de beschrijving van een regel met juridische werkingskracht. Het beschrijft welke regel er juridisch geldig is. Een juridische regel is altijd onderdeel van een regeltekst. Een regeltekst kan een of meerdere juridische regels bevatten. Een juridische regel is een conceptuele constructie die noodzakelijk is om verschillende onderdelen van een regeltekst een eigen locatie te kunnen geven. Ook maakt de juridische regel het mogelijk om verschillende onderdelen van een Regeltekst een eigen thema te geven en/of te annoteren met verschillende annotaties Activiteit, Omgevingsnorm, Omgevingswaarde en Gebiedsaanwijzing.

Als een Artikel is onderverdeeld in Leden, mogen de annotaties alleen verwijzen naar de Leden en niet naar het Artikel, oftewel annotaties worden dan alleen op Lid-niveau toegepast.   

Juridische regel en regeltekst

Conceptuele weergave van de juridische regels en regeltekst

Bij bevraging in bijvoorbeeld DSO-LV zal altijd de volledige regeltekst als resultaat worden weergegeven en niet de individuele juridische regel. De individuele juridische regels in een regeltekst zijn niet als zelfstandige eenheid te identificeren.

Aan elke juridische regel (artikel of lid) moet een locatie gekoppeld worden. De locatie bepaalt het werkingsgebied van de juridische regels, het werkingsgebied bepaalt waar de juridische regel zijn werking heeft.   

Verder is het mogelijk om andere annotaties, naast locaties, op de regeltekst toe te passen. Annoteren is noodzakelijk om het bevragen van de regels in DSO-LV mogelijk te maken. Ook is het annoteren noodzakelijk om de regels op een betekenisvolle manier te verbeelden op de kaart in DSO-LV. Meer informatie over annoteren is te vinden op de volgende pagina: Annoteren artikelstructuur | Wegwijzer TPOD. Hoofdstuk 7 van het betreffende toepassingsprofiel legt het Annoteren met OW-objecten ook uitgebreid toe: De toepassingsprofielen.

Type juridische regel

Een juridische regel kent drie typen: instructieregel, omgevingswaarderegel en regel voor iedereen.

Instructieregel

  • Regel als bedoel in paragraaf 2.5.1 Omgevingswet;
  • Wordt gekozen als juridische regel daadwerkelijk een instructieregel vaststelt;
  • Gericht tot een ander bestuursorgaan of bestuurlijke organisatie;

Omgevingswaarderegel

  • Regel over een omgevingswaarde als bedoeld in afdeling 2.3 Omgevingswet;
  • Wordt gekozen als de juridische regel daadwerkelijk een omgevingswaarde vaststelt;
  • Heeft alleen werking voor de bestuursorganen van het bevoegd gezag dat de omgevingswaarde heeft vastgesteld.

Regel voor iedereen

  • Regel die voor iedereen van belang is;
  • Wordt gekozen als het geen instructieregel of omgevingswaarderegel is;
  • Een regel over een activiteit is altijd van het type ‘regel voor iedereen’.

Binnen één regeltekst moeten alle juridische regels van hetzelfde type zijn. Dit geldt voor de regeltekst op het niveau van het artikel. Dit betekent dat in het geval van een artikel met leden, alle juridische regels in het artikel en de onderliggende leden van hetzelfde type moeten zijn. Op deze manier wordt voorkomen dat verschillende typen juridische regels bij elkaar in een artikel worden geplaatst. Dit komt het tonen van regels per doelgroep ten goede. Bij de inhoudelijke opstelling van een artikel moet hier rekening mee gehouden worden.

 

 

Updates per e-mail ontvangen?